Nieuws / 3 september 2014

Zonnecellen, WKO installaties, certificeringen en energielabels: met dergelijke termen krijgt huisvesting de afgelopen jaren in toenemende mate het predicaat ‘duurzaam’. En toch zeggen deze termen zeker niet alles over de mate van duurzaamheid.

Want hoe duurzaam is een nieuw energieneutraal gebouw, dat alleen per auto bereikbaar is? Of dat naast een leeg kantoorpand staat? En waarvan werkplekken maar 60% van de tijd worden gebruikt? Dit leidde bij ons tot de vraag: hoe maak je nu een echt duurzaam gebouw?

Een antwoord hierop blijkt niet eenvoudig. Een gebouw lijkt namelijk per definitie niet duurzaam. Iedere kilo cement, hout en glas betekent een aanslag op onze grondstoffen en op de plek van een gebouw groeit simpelweg geen bos meer. Wel is het mogelijk om de negatieve impact van huisvesting op het milieu te beperken.

De sleutel naar duurzaamheid is te vinden door verder te kijken dan het milieu alleen. Neem bijvoorbeeld de cultuur-historische waarde van een monumentaal pand of de hechte sociale structuur van een wijk. Behoud van deze aspecten is ook een vorm van duurzaamheid.

Stap één is ons inziens om als organisatie een visie op duurzaamheid te ontwikkelen. Duurzaamheid is immers integraal verbonden met alle activiteiten van de organisatie, niet alleen met de huisvesting van die organisatie. Denk bijvoorbeeld maar aan een autofabrikant. Wellicht is verduurzaming van de auto’s die de fabrikant produceert wel veel effectiever voor het milieu of de beeldvorming dan verduurzaming van de huisvesting. In het verlengde hiervan kan de impact van een heleboel bestaande gebouwen een beetje duurzamer maken veel groter zijn dan het bouwen van 1 nieuw extreem duurzaam gebouw. Het formuleren van de benodigde visie kan op meerdere manieren. Bijvoorbeeld aan de hand van People, Planet, Profit. Anders gezegd, hoe wil je dat welzijn, het milieu en financiën zich tot elkaar verhouden.

Maar met alleen een visie ben je er nog niet. Het is minstens zo belangrijk deze duurzaamheidsvisie te vertalen naar concrete doelstellingen. Voor huisvesting zijn hiervoor meerdere mogelijkheden. Bijvoorbeeld in termen van klimaatneutraliteit of CO2-reductie. Een andere mogelijkheid is het gebruik van beoordelingsmethodieken als BREEAM, LEED of GPR gebouw. Welke methode het meest geschikt is, hangt onder andere af van de ambities en het beschikbare budget. Zo kunnen bepaalde methodieken helpen om duurzaamheid in het (bouw)proces te verankeren, bijdragen aan de duurzame uitstraling van de organisatie of van invloed zijn op de marktwaarde.

Een tweede stap die helpt om te komen tot duurzame huisvesting is inzicht krijgen in de huisvestingsbehoefte. De afgelopen jaren is ophef ontstaan over grote organisaties die verhuisden naar duurzame nieuwbouw maar leegstand achterlieten. Bouwen, duurzaam of niet, is geen doel op zich maar een uitkomst van een zorgvuldige afweging: wat is het gebruik en de kwaliteit van het bestaande vastgoed? En wat is er nodig in omvang en kwaliteit? Binnen welke (financiële) kaders en voor welke periode? Blijkt hieruit dat nieuwbouw of een ingreep in het bestaande vastgoed nodig is, dan komt stap drie in beeld.

Een derde stap is het stimuleren van duurzaamheid in het ontwerp en uitvoering van bouwprojecten. Bijvoorbeeld door criteria te stellen aan ontwerpende partijen: ervaringseisen, certificeringen, een duurzaamheidsbeleid, et cetera. Of stimuleer ontwerppartijen om met duurzame oplossingen te komen door hen zelf verantwoordelijk te maken voor kosten, onderhoud en energie. Bijvoorbeeld middels een Design, Build, Finance, Maintain en Operate (DBFMO) opgave. Of op kleine schaal: lease voor een vast bedrag een hoeveelheid licht in je gebouw. De leverancier zorgt wel voor een energiezuinige lamp die lang mee gaat.

Kortom, er is een groot aantal mogelijkheden en redenen om vastgoed duurzaam te maken. Dat wil zeggen: minder belastend voor milieu, mensen en omgeving. Als bouwen nodig lijkt, denk er dan goed over na. Want het meest duurzame gebouw is nog altijd geen gebouw.

Ook nieuwsgierig naar hoe wij toegevoegde waarde leveren in het bereiken van uw duurzaamheidsambities? Neem contact op met Pity Jongens: pjongens@aestate.nl